Als kind lééfde ik in de Kersttijd in de belofte van het knusse, de lichtjes, het samenzijn… Iedereen stuurde elkaar kaarten, ik kreeg een mooie jurk, de ‘fijne feestdagen’ naderden. Ik telde af…en op 25 december was ‘HET’ er.
Maar wát?? Wat was ‘het’ nou precies? Ik herinner me regelmatig een vaag gevoel van teleurstelling, van leegte, dat ik ‘het’ niet echt te pakken kreeg. Ik lag in bed te voelen op Kerstochtend. Nu IS het er. Maar wat?
Samenzijn? Lekker eten? Mooie kleren aan? Ontbijt met kaarslicht en tinkelende engeltjes? Naar een film kijken waar ‘het’ aan ‘t einde vaak gevierd ging worden, maar nooit zag je een hele kerstdag in die film, altijd alleen de aanloop?
Ik word nog steeds verdrietig en boos van liedjes als “You’d better watch out, you’d better not cry, you’d better not pout, I’m telling you why: Santa Claus is coming to town. He sees you when you’re sleeping, he knows when you’re awake. He knows if you’ve been bad or good, so be good, for goodness’ sake.” Wat een rot programmering van ons onderbewuste, en dat met zo’n blij melodietje. Geen wonder dat ‘het goed moeten doen’ zo diep in onze genen gebakken zit…
Pas enkele jaren geleden vielen dingen op hun plek. Pas toen ik me herinnerde dat ik priesteres ben en de ‘heidense’ voorganger van Kerstmis heb gekend èn gevierd, pas toen begreep ik wat ik altijd zocht als kind. Pas toen vond ik vervulling.
Wat is dan die ware betekenis? Hoe ging dat vroeger, duizenden jaren geleden, eind december? Oh zo veel van de oude symboliek is nog springlevend, als je ‘t maar weet en ziet. Een paar voorbeelden.
In de donkerste tijd, met korte dagen en lange nachten, waar de natuur totaal gestorven lijkt, staat hulst, klimop en dennengroen voor het leven. Dat halen we dan ook in huis en hangen we op – om ons eraan te herinneren, dat de eeuwige cyclus van leven doorrolt…
In deze donkere tijd zouden we bijna vergeten dat het eeuwige licht in onszelf brandt en dat de zon weer terug gaat komen, dat de dagen na 21 december weer gaan lengen – vandaar al die kaarsjes en lichtjes in en om het huis, vandaar die grote vuren buiten…
In deze tijden van schaarste waarin niets meer groeit kwamen we samen en aten we heerlijk van de voorraden, om ons te herinneren aan rijke oogsten die weer zouden komen. En we kwamen samen, maakten het warm in huis, vierden uitbundig feest (soms zelfs 12 nachten lang! vandaar ook het liedje ‘The 12 days of Christmas’ of de 13 heilige nachten), gaven elkaar cadeautjes – om de overvloed en warmte weer te voelen en te voeden – in huis, in ons lijf, in ons hart…
En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Het feest had andere namen: Midwinter, Yule, Winter Solstice…
Al dit weten, dit herinneren, vult het knagende gat dat ik als kind al voelde. En waar velen langs ‘scheerden’ in mijn leven, inclusief ikzelf.
Dit kan me tot tranen toe beroeren. Eindelijk. Ik weet het weer. En nu kan ik het ook weer vol overgave vieren. Eenvoudiger, in zekere zin. Gevuld. Met inhoud.
Blessings,
Kersti Afrodite
P.S. Er is nog zoveel te leren – als je zin hebt in méér, lees dan bv. eens dit blog over tien oeroude verborgen symbolen in de kerstkrans, geschreven door Debora Zachariasse (van wie ik op dit vlak zoveel heb opgestoken).
P.P.S. liedjes als dit (The Holly and the Ivy) doen in mij dat oude ‘weten’ ontwaken en trekken aan mijn hart…
P.P.P.S. Deze video geeft ook veel informatie over de Noordse tradities en vieringen van Yule / Midwinter lang vóór het Christendom.